Hoe herken je een leugenaar?

Een potentieel leugenaar zal zich afvragen of degene die hem de vragen stelt kan weten of hij liegt. Het antwoord op die vraag zal zijn strategie worden. Een leugen ontdekken is vooral de ander rustig en intelligent benaderen zodat hij zich niet geconfronteerd voelt en zich niet al een oester afsluit. Of een halve waarheid vertelt omdat hij denkt dat niemand hem gelooft.

Om een leugen te ontdekken is het van belang om eerst goed te luisteren. Maar wat is dat precies? Om die vraag te beantwoorden is het belangrijk je af te vragen of je in je hoofd al bezig bent om een antwoord voor te bereiden terwijl de ander nog praat. Als dat het geval is ben je niet nu aan het luisteren, niet in het hier en nu.

 

Iedereen zal zeggen dat de waarheid makkelijker te vertellen is dan de leugen. Een leugen vraagt mentale energie. De waarheid is gebaseerd op feiten die het lichaam vloeiend kan  vertellen. Druk op iemand zetten om de waarheid boven tafel te krijgen werkt daarom contraproductief.

Goed luisteren is niet het enige; je zult vragen moeten stellen om een gedetailleerd antwoord te krijgen en die te kunnen verifiëren.  Je kunt aan lichaamstaal zien of iemand de waarheid vertelt, of een leugen. 

Als we praten nemen we pauzes om na te denken en structuur te brengen in hoe we onze boodschap willen overbrengen. Maar bij non-verbale communicatie kan dat niet want je bent je lang niet altijd bewust van wat je lichaam doet als je praat.

 

Het is makkelijker om je woorden te kiezen dan om je lichaam controleren. Je lichaamstaal is er immers al voordat je een woord hebt gezegd. Hoe we ons ook voelen, emoties worden altijd op de één of andere manier door het lichaam geuit; hoe hard we ook proberen die zoveel mogelijk te verbergen. Het lichaam vindt altijd wel een manier om verzwegen woorden of onderdrukte gedachten te uiten. Het lichaam heeft immers nooit geleerd om te liegen! Wat we zeggen en hoe we iets zeggen, kunnen we vaak bewust sturen. Maar wat ons lichaam doet is al gebeurd zonder dat we er invloed op hebben gehad.

 

Wat gebeurt er als je de volgorde van het verhaal omgooit? Of een onverwachte vraag stelt? 

 

Om iemand te betrappen op een leugen is het nodig om woorden, stemgebruik en lichaamstaal te combineren in de context waarin dit gebeurt. Liegen is voor 90% van de mensen geen makkelijke opdracht omdat ze willen voorkomen dat de leugen wordt ontdekt. De overige 10% kun je verdelen over pathologische leugenaars en psychopaten voor wie liegen een tweede natuur is, of omdat ze zelf in hun leugen zijn gaan geloven.  

 

In tegenstelling tot iemand die eerlijk is, moet een leugenaar zich tijdens een gesprek vaker afvragen of hij wel wordt geloofd. Hij heeft daarmee de neiging om op zijn eigen gedrag te letten omdat hij moet controleren of de ander hem gelooft. De leugenaar zal zijn geloofwaardigheid nooit als vanzelfsprekend beschouwen, Daarom zal hij zich continu bewust bezighouden met de reacties van zijn gesprekspartner om te zien of zijn leugen geloofwaardig overkomt. 

 

Een leugenaar moet daarnaast ook goed bijhouden wàt hij heeft gezegd, en de rol die hij hierin speelt. Dit betekent dat hij volledig ‘in zijn hoofd zit’ en de controle over zijn lichaam zoveel mogelijk zal moeten loslaten. Je ziet dan ook dat zijn lichaam stokt in de beweging. Er is weinig interactie in het gesprek en omdat hij vooral geconcentreerd is op zijn eigen verhaal en jouw reactie (word ik wel geloofd?) zie je dat hij bijvoorbeeld minder met zijn ogen knippert en minder beweegt, omdat hij zich cognitief volledig concentreert op zijn verhaal. Een ander zichtbaar fenomeen bij liegen is dat gebaren meer synchroon zijn in tegenstelling tot iemand die spontaan is en dat er spanning in het lichaam te zien is. Iemand die spontaan is praat met beide handen.

 

We construeren onze gedachtengang volgens een mentaal logisch schema: chronologisch relateren we herinneringen vanuit het verleden naar de toekomst. Dit betekent dat een leugenaar rekening moet houden met de manier waarop zijn (tijdelijke) schema is opgebouwd. Als je een leugenaar bijvoorbeeld zou vragen om zijn verhaal achterstevoren te vertellen zie je al snel hiaten. Hij zal de grootste moeite hebben om zijn verhaal te construeren. Hoewel de hersenen veel kunnen, kan het zich niet simultaan bezighouden met verschillende cognitieve taken en zal prioriteiten gaan stellen. Dit betekent dat hij zich minder bewust is van zijn lichaamstaal en dus non verbaal meer zal communiceren.

 

Hierbij kunnen ook reacties van de ogen aanwijzingen geven. De ogen knipperen telkens wanneer informatie van buitenaf door de hersenen wordt verwerkt. Mensen draaien de ogen naar links als ze informatie uit het geheugen moeten opdiepen, en naar rechts als ze dingen voorstellen in de toekomst. In arabische landen is dit andersom. De ogen draaien omhoog als we nadenken (cognitief) en naar beneden bij gevoelens. Als een leugenaar zeker is dat zijn toehoorder zijn leugen gelooft, zal hij kort meer met zijn ogen knipperen dan normaal, een teken dat wat hij heeft gezegd zelf verwerkt.

 

NB: In elke situatie zal de leugenaar vanuit één van de 3 F's opereren. In de 'Fight'-modus de ander willen overtuigen en manipuleren, in de 'Freeze'-modus argwanend zijn en zich verschuilen in valse 'waarheden' of om sympathiek over te komen: de 'Fly'-modus. Elke ontwijkende strategie heeft non verbale kenmerken, wat kan wijzen op het ontbreken van onderlinge kalibratie. Zaak dus om jezelf te blijven door transparant te zijn in gevoelens en positie.

Mensen zijn authentiek als de onderlinge relatie dat toestaat.

 

Iedereen zal zeggen dat de waarheid makkelijker te vertellen is dan de leugen. Een leugen vraagt meer mentale energie. De waarheid is gebaseerd op feiten die het lichaam vloeiend kan  vertellen. Druk op iemand zetten om de waarheid boven tafel te krijgen werkt contraproductief.

 

Authenticiteit is niet direct verbonden aan waarheid of een leugen; het is verbonden aan de onderlinge relatie. 

Als men zich niet gelijkwaardig voelt hebben mensen de neiging om niet te zeggen wat ze werkelijk denken en zeggen op dat moment wat nodig is om de (onderlinge) relatie niet in gevaar te brengen.

Voorbeeld: als iemand je vertelt over een nieuw voorstel, maar je vind zijn idee niks en wil hem niet kwetsen, zeg je  bijvoorbeeld uit beleefdheid dat je erover wilt nadenken.   Je liegt dan niet per sé, maar  je bent niet authentiek als je zou zeggen dat je het een goed idee vind. Het verschil met oprecht zijn is het feit dat je geen emotie toont. 

 

De semantiek van authenticiteit is gekoppeld aan de onderlinge relatie.  Zo is de semantiek van de emotie verbonden aan oprechtheid en de semantiek van cognitie gekoppeld aan waarheidsgetrouwheid.

 

Zodra we iemand beoordelen verliezen we aan authenticiteit. We stellen ons dan boven de ander; “weten het beter”. Authenticiteit heeft niets te maken met liegen of waarheid. Om achter de waarheid te komen is onderlinge gelijkheid essentieel. De beste strategie daarbij is om jezelf te blijven (authentiek). Als je iemand niet vertrouwt op wat hij zegt kun je bijvoorbeeld vragen:  “Hè wat vervelend nou. Ik vind het moeilijk om je te geloven. Kun je helpen mij te overtuigen, denk je?”  Als de persoon de waarheid vertelt zal hij met gemak met argumenten komen of de feiten op een andere wijze beschrijven. Maar iemand die liegt zal begrijpen dat je weet dat hij liegt en zal zich afsluiten door in herhaling te vallen. De onderlinge relatie zal ons niet helpen om de waarheid boven tafel te krijgen. 

 

Als je assertief bent zoals in het voorbeeld hierboven, heb je tijd gehad om de lichaamstaal van de ander te kunnen doorzien omdat je zelf eerlijk bent geweest. Een leugen ontdekken honzeeeft dus niets met authenticiteit te maken. Liegen heeft weer niets te maken met  persoonlijke voorkeuren.  Wat helpt is de mate van authenticiteit die we aan de dag leggen. De semantiek van cognitie is gekoppeld aan waarheidsgetrouwheid en vanuit de cognitieve signalen die  uit het denken voortkomen kan men een leugen destilleren.

 

© Gerard Stokkink

 

bronnen:

  • DePaolo, B.M. et Kirkendol. S.E., The motivational impairment effect in the communication of deception, in ed. Wuille. J.C., « Credibility assesment »,
  • DePaolo, B.M., Lindsay, J., Malone, B., Muhlenbruck, L., Charlton, K., et Cooper, H., Cue to deception, Psychological Bulletin, 129 (1), p. 74­118, (2003)
  • Benjamin Elissalde, enquêteur judiciaire spécialisé dans l’étude et la compréhension du comportement non-verbal, la psychologie du mensonge et les entrevues d’enquête.
  • Mehrabian, A., et Wiener, M., Decoding of inconsistent communications, Journal of Personality and Social Psychology, (1967)
  • Mehrabian, A., et Ferris, S.R., Inference of Attitudes from Nonverbal Communication in Two Channels, Journal of Consulting Psychology, (1967)
  • Sporer, S., et Scwandt, B., Paraverbal indicators od deception : a meta­ analytic synthesis, Apllied cognitive psychology, 20, p. 412­446, (2006)
  • Sporer, S. L., et Schwandt, B., Moderators of nonverbal indicators of deception. 
  • Psychology, Public Policy, and Law, 13(1), p. 1­34, (2007)
  • Turchet, P. , Décoder le language corporel pour mieux comprendre l’autre (p.331-337)
  • Vrij, A., Detecting Lies and Deceit. The psychology and the Implications for Professional Practice. England. Wiley, (2000)
  • Vrij A., Fisher.R., Mann.S., et Leal. S., Detecting deception by manipulating to lie load, Trends in cognitive sciences, 10, pp. 141-142, (2006)
  • Vrij, A., Detecting lies and deceit : Pitfalls and opportunities, ed. Chichester : Willey, (2008)
  • Vrij, A., Nonverbal dominance versus verbal accuracy in lie detection : plea to change police practice. Criminal Justice and Behavior, 35(10), 1323­1336, (2008)
  • Vrij, A., Mann, S., Fisher, R. et al., Increasing cognitive load to facilitate detection : the benefit of recalling an event in reverse order, Law and humain behavior, 32 (3), p. 253­265, (2008)

Tags: #bodylanguage #lichaamstaal #nonverbalecommunicatie #waarheidsvinding #ouderverstoting 

Reactie schrijven

Commentaren: 0